Fietsroute over geloof en bijgeloof
26 km
Fietsroute door het polderland rond geloof en bijgeloof in Middelkerke, met o.a. verhalen over dwaallichtjes, zwarte katten en vissersbijgeloof.
Eerst wordt een kaart getoond met de gehele route. Het driehoekje is het startpunt.
Daarna wordt de route in delen besproken en worden er gedetailleerde kaarten getoond.
15 m:
1
Sint-Niklaaskerk Slijpe
In de kerk van Slijpe werden monumentale muurschilderingen aangebracht over het leven en werken van de Tempeliers. Deze religieuze ridderorde werd in de vroege 12de eeuw gesticht om de pelgrims op weg naar het Heilig Land te beschermen. In Slijpe en omgeving verwijzen nog heel wat gebouwen, constructies en gebruiken naar deze roemruchte orde van weleer. Het dorp Slijpe is ontstaan rond 1100, als een afsplitsing van de toenmalige hoofdparochie Leffinge. Dit gebeurde op initiatief van een zekere Arleboud. De oorspronkelijke benaming van Slijpe was namelijk Arleboudskapelle. Arleboud liet hier dus een kapel oprichten ter ere van de H. Niklaas. De kapel groeide al snel uit tot onafhankelijke parochiekerk. In het koor van deze kerk waren glasramen aanwezig die versierd waren met de wapens van de commandeurs van de Tempelorde te Slijpe. Bovendien werden hier ook verschillende Tempelridders begraven. Slijpe was dan ook de kern van hun bezit in Kamerlings Ambacht. Helaas werd de kerk in de 19de eeuw door een brand geteisterd, waarbij deze glasramen verloren gingen. De kerk werd hierna verkleind heropgebouwd en waar mogelijk hersteld.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep ze eveneens grote schade op, vanaf 1919 werd ze hersteld n.o.v. architect T. Raison. Het is een driebeukige hallenkerk met kruisingstoren, omgeven door een klein ommuurd kerkhof waarrond ook oude leilinden staan. De kapelletjes die het toegangspad flankeren zijn gewijd aan het Heilig Hart en herdenken de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. In de St-Niklaasstraat zijn nog de oude pastorie en onderpastorie bewaard.
15 m
2
Slijpe
Het dorp Slijpe heette aanvankelijk Arleboudskapelle. Het ontstond toen de heer Arleboud rond 1100 een kapel oprichtte ter ere van St-Niklaas. Dat Arleboudskapelle niet zomaar een eigenkapel bij een hof was, waarrond dan organisch een kleine dorpskern groeide, leren we uit oude kaarten. Daarop zien we dat het dorp en de kapel gesticht zijn op een groot, verkaveld blokperceel temidden van vier achterleenhoven van de graaf van Vlaanderen. Arleboudskapelle lijkt dan ook zoiets geweest te zijn als een "domaniaal hoofddorp", bijna als een tegenhanger van het vrije hoofddorp Leffinge verderop. Het blokperceel zelf werd ingedeeld in drie oost-west-georiënteerde stroken die door een noord-zuidas in tweeën werden gedeeld, zodat het blok in zes kleinere kavels uiteen viel. Op de noord-westelijke kavel verscheen de kerk, op de andere kavels was er ruimte voorzien voor bewoning. Het grote dorpsperceel was omgeven door wegen, waarlangs er in de 16de eeuw (en waarschijnlijk ook vroeger) ook bebouwing was gesitueerd. Het rationele, planmatige concept van het dorp van Arleboudskapelle beantwoordt perfect aan dat van andere in de Hoge Middeleeuwen gestichte dorpen. De benaming 'Sclipis', wat wadgebied betekent, was de naam die men al lang voor de stichting van Arleboudskapelle gebruikte om het volledige gebied dat onder invloed van de getijden stond te benoemen. In de loop van de 14de eeuw heeft Arleboudskapelle de naam van het omliggende gebied overgenomen in de vorm van Slypen, wat dan weer evolueerde tot Slijpe. In de straatjes rond de kerk is nog de middeleeuwse sfeer te proeven: hoewel het dorpje grotendeels vernield werd tijdens WO I zijn bij de heropbouw de oude perceelsgrenzen gerespecteerd. Deze kleine smalle straatjes gaan terug op de percelering van rond 1100. Vooral de Sint-Niklaasstraat en Paddenstraat geven hiervan een goed idee.
Meer informatie
425 m
3
't Dorpshof
Deze 18de-eeuwse hoeve wordt 't Dorpshof genoemd, waarschijnlijk omdat ze zo dicht bij de dorpskom van Slijpe ligt. Ze is vrij gaaf bewaard, ook qua karakter: de lage gebouwen zijn typisch voor de minder gegoede boeren uit die periode. De toegang tot het erf wordt gemarkeerd door vierkante, witgekalkte hekpijlers met een piramidevormige bekroning. Links bevindt zich ook een Marianisje.
565 m
4
Boetkapel 'Nood zoekt Troost'
Dit kapelletje heet de "Boetekapel Nood zoekt Troost". Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het kapelletje dat hier stond vernield. In 1924 werd in de plaats de huidige kapel in neogotische stijl gebouwd. Het was de pastoor die hier ook diende als architect, dat lezen we op een gevelsteen. Verschillende elementen zijn puur decoratief, zoals de hoeksteunberen en de tandlijst bovenaan de zijgevels. Het is een eenbeukig kapelletje met een uitgebouwd klein koor dat een aparte bedaking kreeg. Binnen kan men troost zoeken bij Maria, het interieur van de kapel is betegeld.
2.83 km
5
kanaal Plassendale-Nieuwpoort
Dit kanaal werd omstreeks 1640 gegraven onder impuls van de aartshertogen Albrecht en Isabella. In 1604 hadden ze het calvinistische bolwerk Oostende heroverd. Deze stad, evenals haar haven, was echter volledig vernield. Om Oostende opnieuw tot bloei te laten komen, werd dit kanaal gegraven. De historische zeeverbinding tussen Brugge en de Noordzee via het Zwin was verzand in de 17de eeuw. Oostende had dus het potentieel om opnieuw een belangrijke haven te worden. Dit kanaal moest de verbinding vormen tussen het kanaal Brugge-Oostende en de IJzer te Nieuwpoort. De plaats waar beide kanalen op mekaar aansluiten is Plassendale, een gehucht in Oudenburg. In Plassendale zijn nog de oude sluizen bewaard die met de hand bediend werden, ze zijn als monument beschermd. Langs de noordelijke oever is het jaagpad als internationale fietsroute erkend. Het jaagpad is het trekpad waarlangs men vroeger de trekschuiten vooruit trok of 'joeg'.
6.15 km
6
Warandeduinen
7 km
7
Grand Hôtel Belle Vue - De Rotonde
7.56 km
8
villa 'Mirandola'
7.56 km
9
'La Mascotte'
7.56 km
10
Le Gui
Dit charmant burgerhuis dateert uit de wederopbouwperiode na de Eerste Wereldoorlog. Het werd ontworpen door architect Picquet, wat we ook kunnen aflezen uit de signatuur onderaan de gevel. Vanop het bordes van de beletage kunnen de bewoners de passanten bekijken en rustig keuvelen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat er in de Priorijlaan ook een klooster zou komen, maar daar hebben de wereldoorlogen een stokje voor gestoken. Langs deze laan zijn er verschillende villa's en cottages bewaard, de meeste dateren uit de jaren 20 en zijn heropgebouwd naar vooroorlogse plannen.
8.3 km
11
'Villa Alice' = Hotel Classic
8.38 km
12
Lac aux Dames
In 1935 werd het zwembad met zeewater gebouwd, het eerste in zijn soort aan de kust, onder impuls van de toenmalige zwemkampioen Martial van Schelle. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd deze sport- en zakenman in het Fort van Breendonk geëxecuteerd.
Het zwembad- en restaurantcomplex werd ernstig beschadigd tijdens deze oorlog en in 1986 besliste men het volledig te slopen. De appartementen met dezelfde naam bleven staan... Ze zijn een ontwerp van architect Maurice De Nève uit 1953.
8.88 km
13
steunpunt Seydlitz
9.3 km
14
Sint-Laurentiuskerk
9.39 km
15
Camping Cosmos
11.4 km
16
O-L-V-Bezoeking
11.5 km
17
borstbeeld Freddy Maertens
12.4 km
18
Schuddebeurze
12.4 km
19
Schuddebeurze
13.7 km
20
veldbatterij 'De Bamburg'
Het is in 1941 dat het Oberkommando der Wehrmacht inzag dat een gebrek aan mankracht opgevangen moest worden door een linie met verdedigingswerken. Deze Atlantikwall liep langs de kust van Noorwegen, Denemarken, Duitsland, Nederland, België en Frankrijk en had een totale lengte van niet minder dan 5000 kilometer, bestaande uit bunkers, kanonnen en mijnenvelden. Deze moest het Derde Rijk beschermen tegen een eventuele invasie van de geallieerden. Door deze statische kustverdediging konden de Duitsers bovendien een groot aantal troepen vrijmaken om aan het Oostfront tegen de Sovjet-Unie te vechten. Mede dankzij het feit dat het Franse verzet in 1943 een gedetailleerde kaart met de kustfortificaties van het Noord-Franse deel van de Atlantikwall had kunnen stelen van de Duitsers, is D-day, de invasie in Normandië door de geallieerde legers, toch kunnen slagen. De veldbatterij in Westende is als monument beschermd, het is dan ook een van de volledigste die vandaag nog bewaard is. Zo zijn er niet alleen verschillende types bunkers bewaard, maar ook bakstenen en aarden loopgraven. Men kan er ook drie open beddingen waarin veldgeschut werd opgesteld, bekijken. Er zijn ook twee manschappenbunkers, een commandopost en een munitiebunker aanwezig en zelfs een verbunkerd toilet. Een van de bunkers is in zogenaamde Formsteine opgetrokken: voorgevormde betonnen stenen, waartussen men enkel nog beton moest storten om de constructie dicht te maken. De Duitse bunkers langs de Atlantikwall kunnen in drie categorieën opgedeeld worden, naargelang bouwmateriaal en muurdikte. Tijdelijke constructies uit aarde en hout waren het eerste type, Feldmässiger Ausbau geheten. Tot het tweede type behoort de voormelde bunker uit Formsteine, het zijn semipermanente verdedigingen uit metselsteen en/of beton, met een wanddikte variërend van 30 cm tot anderhalve meter. Deze werden Verstärkt Feldmässiger Ausbau genoemd. De derde categorie zijn de stevigste bunkers, ze zijn bedoeld als permanente constructies. Ze worden Ständiger of Festungsmässiger Ausbau genoemd en zijn 'bomvrij', hun wand- en plafonddikte varieert tussen de 2 en 3,5m gewapend beton!
13.7 km
21
Kleine Bamburg
15.2 km
22
Voormalige woning Paul Snoek
De zee is trots op haar duinen.
Brekensgereed houdt zij de duinen bestendig.
Zij heeft haar kusten lief en kust ze.
De zee plant zich voort in het water.
De zee is voedzaam als een rijpe boomgaard.
Zij is de moeder van de grootste sterren.
De zee is een regen van goedheid,
beken het maar, zij is onmisbaar.
De zee blijft zoals altijd altoos vrede,
want in zee werd nog niemand mishandeld.
Paul Snoek
uit de bundel Noodbrug,
Antwerpen: De Sikkel (1955)
Deze dichter en beeldend kunstenaar woonde hier.
16.4 km
23
Fort van Nieuwendamme
16.4 km
24
De Koude Schuur
17.9 km
25
Mannekensvere
Dit dorpje ligt op de oude verbindingsweg Nieuwpoort-Brugge, die vroeger de Bruggheweg genoemd werd. Vandaag vervangt de Brugsesteenweg iets noordelijker het oude tracé, maar de Bruggheweg is nog bewaard in de vorm van een onverhard pad tot aan de IJzer. Bovendien passeerde ook het scheepvaartverkeer Ieper-Nieuwpoort langs Mannekensvere. De graven van Vlaanderen waren hier dus in het bezit van een belangrijk verkeersknooppunt, en maakten hiervan gebruik om op deze plaats tol te eisen. In 1171 wordt de naam van dit gehucht al vermeld onder de vorm 'Mannekini overvaram'. Hier kon men, waarschijnlijk al van in de eerste helft van de 12de eeuw, tegen betaling van een tol, de Ijzer oversteken door middel van een veerboot. Waarschijnlijk was Mannekin ooit de grafelijke functionaris die voor het veer zorgde. In 1287 werd het veer vervangen door een brug: de Gravenbrug. Ook aan de brug moest men nog steeds tol betalen. Nog voor 1170 werd nabij het gehucht Mannekensvere een kapel gesticht die evolueerde tot parochiekerk van een nieuwe deelparochie van de oude moederparochie Leffinge. De oorspronkelijke officiële naam van deze nieuwe deelparochie was niet Mannekensvere, maar wel "Sancte Marie Capella iuxta Manekini overvara". De stichting van deze Mariakapel lijkt een initiatief geweest te zijn van de Tempeliers. Het gaat hier niet om een nederzetting die ontstaan is door de kolonisering van een gebied door een nieuwe bevolking, maar het is duidelijk dat de Tempeliers trachtten het landschap dat gedeeltelijk onder hun hoede viel, naar hun hand te zetten. De nieuwe naam voor dit dorpje vond echter geen ingang in de ruimtelijke beleving van de mensen en men bleef het dorp in de decennia en eeuwen die volgden, kennen onder de oude naam van het gehucht, Mannekensvere.
18.4 km
26
hof Sint-Niklaasabdij
20.3 km
27
Groot Tempelhof
22.1 km
28
Polderhoeve
24.7 km
29
Romeinse zoutovens
25.8 km
30
Bunkerhoeve