Slijpewandelroute
14 km
Themawandeling in het uitgestrekte polderlandschap van de Middelkerkse deelgemeente Slijpe.
Eerst wordt een kaart getoond met de gehele route. Het driehoekje is het startpunt.
Daarna wordt de route in delen besproken en worden er gedetailleerde kaarten getoond.
0 m
1
Sint-Niklaaskerk Slijpe
In de kerk van Slijpe werden monumentale muurschilderingen aangebracht over het leven en werken van de Tempeliers. Deze religieuze ridderorde werd in de vroege 12de eeuw gesticht om de pelgrims op weg naar het Heilig Land te beschermen. In Slijpe en omgeving verwijzen nog heel wat gebouwen, constructies en gebruiken naar deze roemruchte orde van weleer. Het dorp Slijpe is ontstaan rond 1100, als een afsplitsing van de toenmalige hoofdparochie Leffinge. Dit gebeurde op initiatief van een zekere Arleboud. De oorspronkelijke benaming van Slijpe was namelijk Arleboudskapelle. Arleboud liet hier dus een kapel oprichten ter ere van de H. Niklaas. De kapel groeide al snel uit tot onafhankelijke parochiekerk. In het koor van deze kerk waren glasramen aanwezig die versierd waren met de wapens van de commandeurs van de Tempelorde te Slijpe. Bovendien werden hier ook verschillende Tempelridders begraven. Slijpe was dan ook de kern van hun bezit in Kamerlings Ambacht. Helaas werd de kerk in de 19de eeuw door een brand geteisterd, waarbij deze glasramen verloren gingen. De kerk werd hierna verkleind heropgebouwd en waar mogelijk hersteld. Tijdens de Eerste Wereldoorlog liep ze eveneens grote schade op, vanaf 1919 werd ze hersteld n.o.v. architect T. Raison. Het is een driebeukige hallenkerk met kruisingstoren, omgeven door een klein ommuurd kerkhof waarrond ook oude leilinden staan. De kapelletjes die het toegangspad flankeren zijn gewijd aan het Heilig Hart en herdenken de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. In de St-Niklaasstraat zijn nog de oude pastorie en onderpastorie bewaard.
Meer informatie
2.83 km
2
Romeinse zoutovens
Tijdens de aanleg van de E40 werden hier Romeinse bewoningsresten en een 30-tal zoutoventjes opgegraven. De oventjes waren systematisch aangelegd in het veen om door briquetage zout te winnen. Hierbij werd het veen gebruikt als brandstof om het zilte water te verdampen. In de Romeinse periode lag deze site nog aan de rand van de Spermalie- of Suthanagetijdengeul, een zijarm van de Testerepgeul, die in die periode nog het volledige gebied ten noorden van hier beheerste. Zout was in de Romeinse tijd een belangrijk handelsproduct. Soldaten werden met zout betaald, ons woord 'salaris' is er letterlijk van afgeleid. Waarschijnlijk was zoutwinning toen seizoensarbeid.Het veen dat de Romeinen als brandstof gebruikten, was eeuwen voorheen ontstaan, zo'n 12000 jaar geleden. Door het stijgen van de zeespiegel (einde van de laatste IJstijd) steeg ook de grondwatertafel. Daardoor ontstond er een weelderige vegetatie met zoetwatermoerassen; als de afgestorven planten niet in humus werden omgezet, ontstond er veen. Doordat de zeespiegel echter bleef stijgen, werd er op dit basisveen ook een pakket zand en klei afgezet. Vertraging van de zeespiegelstijging liet toe dat er zich opnieuw zoetwatermoerasjes vormden met op hun beurt veenvorming tot gevolg. Dit oppervlakteveen heeft vandaag nog een dikte van 1 tot 2 meter in de bodem. De aanwezigheid van dergelijke hoeveelheden zout én brandstof is dus een logische verklaring voor de talrijke aanwezigheid van Romeinen langsheen onze kustlijn… al mogen we niet vergeten dat de Romeinen zich niet louter met zoutwinning bezighielden. Er werd ook aan veeteelt gedaan (runderen en schapen) en aan strand- en kustvisserij. Daarop wijzen talloze vondsten die in de streek gedaan worden. De Romeinen lijken onze kustvlakte verlaten te hebben vanaf het einde van de 3de eeuw. De reden hiervoor is thans nog onduidelijk.
7.56 km
3
voormalige woning Karel Jonckheere
Karel Jonckheere was een Vlaams dichter, criticus en prozaschrijver (Oostende 9.4.1906 - Rijmenam 14.12.1993). In Nederland werd hij bij een groter publiek bekend door het radio- en televisieprogramma Hou je aan je woord, waaraan hij meewerkte samen met Godfried Bomans, Harry Mulisch en Hella Haasse. Het werk van Jonckheere is veelvuldig bekroond. In 1943 kreeg hij de Lode Baekelmansprijs voor het reisverhaal Cargo (1940). Voor zijn poëziebundel Spiegel der zee (1946) ontving hij in 1947 de Driejaarlijkse Staatsprijs voor Vlaamse Poëzie, een prijs die hem in 1956 opnieuw ten deel viel voor Van zee tot schelp.
Meer informatie
13.2 km
4
Bunkerhoeve
Deze hoeve is genoemd naar de bunker uit de Eerste Wereldoorlog, die in het noordwesten van het hof ligt. Het is een mooie 18de-eeuwse boerderij, het boerenhuis zelf is herkenbaar in het hoogste volume: de boer woonde in een opkamer, boven een halfondergrondse kelder. De kelderopeningen zijn voorzien van tralies. Tegen de zijgevel van het boerenhuis zijn steunberen aangebracht, om dit hoger volume te helpen schoren. De hoeve was vroeger volledig omgracht. De noord- en oostzijde van het hof is omzoomd met een wilgenrij, een typisch restant van het vroegere boerenleven. Wilgen waren namelijk zeer nuttige bomen, van hun takken, die we tenen noemen, werden allerlei gebruiksvoorwerpen gemaakt, zoals manden, bezems, beschoeiing van grachten... Een andere getuige van het leven op de boerderij in vroeger tijden is het bakhuis op de site. Tegenwoordig verdwijnen er veel bakhuizen, omdat we die in ons hedendaagse leven niet meer nodig hebben. Het zijn getuigen van een tijd waarin gezinnen dagelijks zelf hun brood bakten en bij speciale gelegenheden werd er zelf taart, koeken en speculaas in gemaakt. Om brandgevaar te vermijden, werd dit gedaan in een gebouwtje dat los stond van de woning en de kostbare voorraden in schuur en stallen.
Meer informatie